Contacteer ons
Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA)
Ondernemingen die voldoen aan de voorwaarden in titel VI, hoofdstuk VI van het Energiebesluit en behoren tot de sectoren vermeld in bijlage IV/1 van het Energiebesluit (verder supercap-regeling genoemd), komen in aanmerking voor deze steunmaatregel.
Volgende twee regelingen zijn mogelijk:
Sinds 2018 kunnen eletro-intensieve ondernemingen gebruik maken van de steunregeling:
pdf bestandSupercapsteun 2018.pdf (66 kB)
pdf bestandSupercapsteun 2019.pdf (62 kB)
pdf bestandSupercapsteun 2020.pdf (99 kB)
Supercap-vrijstelling quotumplicht voor kwalitatieve warmte-krachtkoppeling
Sinds januari 2021 kunnen ondernemingen of vestigingen ook een aanvraag doen om hun afnamepunten vrij te stellen van de quotumplicht voor kwalitatieve warmtekracht-koppeling.
Voor de inleverronde van 31 maart 2021 is een overgangsregeling van kracht, waarbij enkel ondernemingen of vestigingen die voor de inleverronde van 31 maart 2021 een goedgekeurde supercap-vrijstelling voor de quotumplicht voor groenestroomcertificaten bekwamen, beroep kunnen doen op de supercap-regeling voor de vrijstelling van het quotumplicht voor kwalitatieve warmte-krachtkoppeling.
Aanvragen voor de supercap-vrijstelling voor de quotumplicht voor kwalitatieve warmte-krachtkoppeling zijn mogelijk tot 31 januari 2021. Kort na deze datum krijgen steunaanvragende ondernemingen een afschrift van de beslissing rond de aanvraag.
Aanvragen voor de supercap-regeling 2021 (steunjaar 2022) moeten uiterlijk op 15 juli 2021 ingediend worden via het webformulier op deze pagina.
Nodige documenten
Om in aanmerking te komen voor een supercap-regeling, dienen ondernemingen volgende documenten in:
De aanvraag zal kunnen worden opgestart via de webtool op deze pagina vanaf mei 2021
Procedure
Het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap coördineert de aanvragen, en doet hierbij beroep op het Verificatiebureau en de VREG voor een verificatieadvies. Hiervoor werd een nieuwe non-disclosure agreement afgesloten tussen het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap en het Verificatiebureau.
Indien een aanvraag onvolledig is, wordt de onderneming daarvan ten laatste een maand na ontvangst via aangetekende brief op de hoogte gebracht. Daarbij worden de redenen vermeld waarom het aanvraagdossier niet volledig werd bevonden en de termijn waarin de onderneming het dossier kan vervolledigen. Deze termijn bedraagt minstens 15 dagen.
Indien de aanvraag volledig is, de aanvrager voldoet aan de opgelegde voorwaarden, en het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap een positief advies heeft ontvangen van het Verificatiebureau en de VREG, neemt het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap uiterlijk op 15 oktober 2021 een beslissing over volgende twee zaken:
a) of de steunaanvragende onderneming/vestiging voldoet aan de opgelegde voorwaarden en bijgevolg in aanmerking komt voor de steunregeling
b) de hoogte van de verschuldigde bijdrage in het Energiefonds
De onderneming dient vervolgens het verschuldigde bedrag van de door financieringssteun voor hernieuwbare energie ontstane kosten vóór 15 november 2021 in het Energiefonds te storten. Het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap brengt de onderneming in kwestie op de hoogte van de te storten bijdrage en de betalingsmodaliteiten van het Energiefonds.
Berekening elektriciteitskosten:
De elektriciteitskosten van de onderneming of vestigingseenheid worden bepaald door het verbruik te vermenigvuldigen met de elektriciteitsprijs. Het elektriciteitsverbruik van de onderneming/vestiging wordt bepaald aan de hand van:
Per verbruikscategorie wordt vervolgens een 'aangenomen elektriciteitsprijs' bepaald. Deze elektriciteitsprijs is een schatting van de gemiddelde detailhandelsprijs voor elektriciteit voor ondernemingen of vestigingseenheden met een vergelijkbaar niveau van elektriciteitsverbruik in het Vlaamse Gewest, in het recentste jaar waarvoor gegevens beschikbaar zijn.
Het Vlaams Energieagentschap identificeert acht verbruikscategorieën met hun respectievelijke aangenomen elektriciteitsprijzen. Indien het een aanvraag op vestigingsniveau betreft, valt de vestiging onder een bepaalde categorie op basis van haar verbruik op die vestigingseenheid, niet op basis van het verbruik van de volledige onderneming.
De aangenomen elektriciteitsprijs per verbruikscategorie wordt berekend op basis van Eurostat gegevens (bi-annual electricity prices non-household consumers), door telkens het gemiddelde te nemen van de prijzen van de zes meest recente semesters, tot zover deze beschikbaar zijn. Voor de aanvraag van 2021 zullen dit volgende semesters zijn: 2017 S2; 2018 S1; 2018 S2; 2019 S1; 2019 S2; 2020 S1.
Aangezien de aangenomen elektriciteitsprijs de volledige kosten omvat van financiële steun voor elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen die zonder de kortingen aan de onderneming of vestigingseenheid zouden zijn doorberekend, worden ook de volledige kosten van de groenestroombijdrage en de federale offshore-bijdrage in de aangenomen elektrciteitsprijs opgenomen.
De aangenomen elektriciteitsprijzen voor aanvraagjaar 2021 (steunjaar 2022) worden eind april 2021 op deze pagina gepubliceerd.
Bruto toegevoegde waarde:
Conform artikel 6.6.1, § 5 van Titel VI, Hoofdstuk VI van het Energiebesluit, kan de bruto toegevoegde waarde van de onderneming of vestigingseenheid op twee manieren berekend worden:
Inkomsten en uitgaven die in de boekhouding van de onderneming als financieel of buitengewoon zijn ingedeeld, blijven voor de bruto toegevoegde waarde buiten beschouwing.
Indien er gekozen wordt om de supercap-regeling in te dienen op vestigingsniveau, hebben ondernemingen de mogelijkheid de bruto toegevoegde waarde op vestigingsniveau te berekenen. Indien er geen jaarrekening beschikbaar is op vestigingsniveau, kan de berekening gebeuren via verdeelsleutel op basis van de analytische boekhouding. Deze berekeningswijze moet vervolgens gedetailleerd weergegeven worden in de bijlage.
Voor de berekening van de hoogte van de bijdrage en de berekening van de elektriciteitsintensiteit wordt gebruik gemaakt van het rekenkundige gemiddelde van de bruto toegevoegde waarde over de drie meest recente jaren waarvoor gegevens beschikbaar zijn. In het geval van ondernemingen of vestigingseenheden die minder dan drie jaar bestaan, kan er geen rekenkundig gemiddelde van de bruto toegevoegde waarde voor de laatste drie jaar berekend worden. In dat geval gelden volgende regels:
De elektriciteitsintensiteit van de onderneming of vestigingseenheid:
De elektriciteitsintensiteit wordt bepaald door de elektriciteitskosten (cf. supra) te delen door het rekenkundige gemiddelde over de drie meest recente jaren waarvoor gegevens van de bruto toegevoegde waarde beschikbaar zijn.
Art. 6.6.2. §1. lid 1, art. 6.6.2. §3 en art. 6.6.3. van Titel VI, Hoofdstuk VI van het Energiebesluit van 19 november 2010 zijn bepalingen die gelden in het geval dat er door de federale overheid een gelijkaardige steunregeling ontwikkeld wordt.
Aangezien er nog geen dergelijke federale regeling bestaat, zijn deze artikels voorlopig niet van toepassing en hoeft de onderneming in haar aanvraag hier geen gegevens over op te nemen, in tegenstelling tot de bepalingen in Art. 6.6.2. § 1.