Gedaan met laden. U bevindt zich op: Karakteristiek jaarlijks primair energieverbruik Rekenmethode: E-peil

Karakteristiek jaarlijks primair energieverbruik

Geldig voor alle bouwaanvragen

Bij de E-peilberekening wordt ook een karakteristiek jaarlijks primair energieverbruik berekend.

Terminologie

De term ‘karakteristiek’ betekent dat wordt uitgegaan van een aantal veronderstellingen, zoals een bepaald klimaat, een vaste binnentemperatuur van 18 °C en forfaitaire interne warmtewinsten. Hierdoor wordt het mogelijk verschillende gebouwen met elkaar te vergelijken.

Let op: Er wordt geen werkelijk energieverbruik berekend. Dat is te veel afhankelijk van factoren die niet te voorspellen zijn, zoals het instellen van de binnentemperatuur door de gebruikers, het aantal gebruikers en het aantal uren dat het gebouw gebruikt wordt. Die verschillen creëren een moeilijke vergelijkingsbasis.

Berekening

De eerste stappen van de berekening gebeuren op basis van maandtotalen. De methode telt de maandtotalen op en berekent een jaarlijks verbruik.

Om het ‘karakteristiek jaarlijks primair energieverbruik’ te bepalen, wordt rekening gehouden met de energie die verbruikt wordt voor:

EPWEPUEPN
RuimteverwarmingXXX
Bereiding van het warm tapwaterX X
Hulpfuncties van de installaties en de ventilatorenXXX
KoelingXXX
Verlichting XX
Bevochtiging XX
Energie die geproduceerd wordt door fotovoltaïsche panelen of warmtekrachtkoppelingXXX

Omrekenfactor

De vijf types van eindenergieverbruik mogen niet zomaar bij elkaar worden opgeteld. Het eindenergieverbruik voor ruimteverwarming en warm tapwater wordt meestal uitgedrukt als een aantal liter gasolie of een aantal kubieke meter gas. Het eindenergieverbruik voor koeling en voor ventilatoren en hulpfuncties, is een elektrisch verbruik dat wordt uitgedrukt in kWh. Om de verschillende types van energieverbruik toch te kunnen optellen, worden ze eerst omgezet in primair energieverbruik. Elk eindenergieverbruik wordt vermenigvuldigd met de conventionele omrekenfactor van de energiedrager (gasolie, gas, elektriciteit, …). Deze omrekenfactor wordt vastgelegd in het Energiebesluit:

  • Aan fossiele brandstoffen, zoals gasolie en gas, wordt een factor 1 toegekend.
  • Voor elektriciteit is die factor 2,5. Bij elektriciteit wordt immers rekening gehouden met 60 % productie- en transportverliezen tussen de elektriciteitscentrale en de gebruiker.