EPB-software 3G
Hier geeft u alle ventilatoren in. Het maakt niet uit of het gaat om een plaatselijke ventilator of om een volledige ventilatiegroep.
![]() |
1. Maak een nieuwe ventilator/ventilatiegroep aan in het menu ‘Technische installaties’. |
![]() |
2. Geef een naam en duid aan welke bestemmingen (EPW en/of EPN) bediend worden door het systeem. |
![]() |
3. Vink het tabblad ‘Hulpenergie’ aan om de hulpenergie van de ventilatoren in te geven. 4. Vink het tabblad ‘Voorverwarming’ aan om de gegevens over de balancering in te geven. Als een warmteterugwinapparaat aanwezig is, vult u hier ook de gegevens van in. 5. Vink het tabblad ‘Voorkoeling’ aan als er een systeem van voorkoeling aanwezig is. |
![]() |
6. Koppel tenslotte de ventilator / ventilatiegroep met de verbonden ventilatiezones. Tip: u kunt de ventilatorgroep ook koppelen met de ventilatiezone vanuit de knoop Ventilatie in de betreffende EPB-eenheid. Let op! De ventilatiezones die u kunt selecteren hangen af van de bestemming(en) die u in stap 2 heeft geselecteerd én van het opgegeven ventilatiesysteem bij de ventilatiezones. |