Gedaan met laden. U bevindt zich op: Ventilatie van natte ruimte naar natte ruimte Speciale ontwerpsituaties

Ventilatie van natte ruimte naar natte ruimte

Geldig voor alle bouwaanvragen

De ventilatienorm NBN D 50-001 stelt het volgende principe voor de basisventilatie voorop: droge ruimte > doorstroomruimte > natte ruimte. In principe laat die norm niet toe om in een natte ruimte (bv. wasplaats) een doorstroomopening (DO) te plaatsen naar een andere natte ruimte (bv. keuken). Toch is zoiets niet ondenkbaar in een woonontwerp.

Standpunt VEKA

Om de ontwerpvrijheid niet onnodig te beperken en toch voldoende ventilatie toe te laten, neemt het VEKA volgende standpunten in:

  • Als een natte ruimte niet grenst aan een doorstroomruimte (gang, trappenhal …) of aan een droge ruimte (woonkamer, studeerkamer …) maar wel aan een andere natte ruimte, is het toegelaten om een doorstroomopening (DO) te plaatsen in de muur of in de binnendeur tussen de twee natte ruimten..
  • Als een natte ruimte zowel grenst aan een andere natte ruimte als aan een doorstroomruimte (gang, trappenhal …) of een droge ruimte (woonkamer, studeerkamer …), maar er is enkel een binnendeur voorzien naar de natte ruimte en niet naar de doorstroomruimte of naar de droge ruimte, is het toegelaten om een doorstroomopening (DO) te plaatsen in de binnendeur of de muur tussen de twee natte ruimten.
    In die situatie is het natuurlijk ook mogelijk om een doorstroomopening (DO) in de muur te plaatsen tussen enerzijds de natte ruimte en anderzijds de droge ruimte of de doorstroomruimte. Die oplossing strookt met het basisprincipe van de norm en zal de werking van het ventilatiesysteem ten goede komen. Bij een muurrooster tussen de droge ruimte en de natte ruimte is het in sommige gevallen aan te raden om een akoestische rooster te plaatsen.

Tussen een garage en een natte ruimte worden er geen doorstroomopeningen geplaatst.

Voorbeeld 1

In dit voorbeeld grenst de natte ruimte enkel aan de keuken en de garage (zie figuur. De norm stelt dat u naar de natte ruimte een doorstroomopening (DO) moet voorzien vanuit een doorstroomruimte of droge ruimte. In het ontwerp is dat niet mogelijk, dus mag er een DO vanuit de keuken voorzien worden (grijze pijlen).

Voorbeeld 2

In dit voorbeeld is er geen binnendeur tussen de woonruimte (droge ruimte) of de hal (doorstroomruimte) en de natte ruimte (zie figuur).

Er zijn dus twee mogelijkheden voor de toevoer naar deze natte ruimte:

  • een DO tussen de keuken en de natte ruimte (tussen 2 natte ruimten) – één van de getekende mogelijkheden of een combinatie van beide
  • een DO tussen de woonruimte (droge ruimte) of de hal (doorstroomruimte) en de natte ruimte - één van de getekende pijlen of een combinatie van beide.

In de voorbeelden mag de DO tussen keuken en natte ruimte niet mee in rekening worden gebracht voor het voldoen aan het minimaal geëiste ontwerptoevoerdebiet (via doorstroomopeningen) van de keuken. Het is immers een toevoervoorziening voor de natte ruimte. De schuifdeur tussen de keuken en de eetplaats zal dus voorzien moeten zijn van een DO met een minimaal debiet van 50 m³/h bij 2 Pa en bij voorkeur meer omdat de DO bovendien ook het toevoerdebiet voor de natte ruimte moet leveren.

Aandachtspunten

In beide situaties is het toegelaten om bijkomend rechtstreeks lucht van buiten af toe te voeren (via een RTO of via mechanische toevoer), maar dat toevoerdebiet wordt ook niet meegeteld om het minimaal geëist toevoerdebiet te behalen.

Een uitzondering daarop wordt beschreven in Ventilatie van een ruimte die enkel grenst aan een garage.