Gedaan met laden. U bevindt zich op: Gassorptiewarmtepomp: invoergegevens EPB-software (huidig) Gassorptiewarmtepomp

Gassorptiewarmtepomp: invoergegevens EPB-software (huidig)

Geldig voor bouwaanvragen vanaf 01.01.2018 Bekijk tijdslijn

Hier vindt u de gegevens die gevraagd worden wanneer u een gassorptiewarmtepomp ingeeft in de EPB-software.

Opwekkingsrendement volgens ATG-E

Als het toestel over een ATG-E beschikt en er een geldig gelijkwaardigheidsbesluit bestaat, mag u de voor ruimteverwarming en warm tapwater overnemen in de EPB-software.

Het seizoensrendement in actieve modus en voor gemiddelde klimaatomstandigheden SGUEheat

Deze waarde moet ingegeven worden voor alle warmtepompen die onder Ecodesign vallen.

U kunt de SGUEheat op meerdere manieren bepalen, zoals hieronder samengevat:

optie 1optie 2
MethodeSGUEheat opvragen bij fabrikantSGUEheat berekenen met de software.
Bruikbaar voor welk type warmtepomp?alle typesalle types

Afhankelijk van de temperatuurtoepassing moet u de SGUEheat bij 55°C of 35°C ingeven, zie ook hieronder.

De software toont de berekende waarde van de SGUEheat niet als resultaat. Als u deze apart wil berekenen kunt u dit doen via het extern rekenblad(Excel bestand opent in nieuw venster) (xls-bestand).

Temperatuur waarbij SGUEheat werd bepaald

Voor warmtepompen die onder Ecodesign vallen, moet de temperatuur waarbij de SGUEheat werd bepaald ingegeven worden. Alle andere gegevens die u uit de fiche volgens Ecodesign haalt moeten ook bij deze temperatuur bepaald zijn. Dit hangt af van de temperatuurtoepassing die vermeld staat op de technische fiche volgens de correcte Ecodesign-verordening:

  • Geen lagetemperatuurtoepassing: naast ‘lagetemperatuurwarmtepomp’ staat ‘nee’. In dit geval selecteert u de optie ‘55°C (geen lagetemperatuurwarmtepomp)’. Let op: in dit geval moeten de gebruikte gegevens allemaal bij 55°C bepaald zijn. Voor dit type warmtepomp is er echter ook mogelijk een fiche bij 35°C beschikbaar. Deze gegevens mogen niet gebruikt worden voor dit type. Indien u twijfelt vraagt u dit best na bij de fabrikant.
  • Lagetemperatuurtoepassing: naast ‘lagetemperatuurwarmtepomp’ staat ‘ja’. In dit geval selecteert u de optie ‘35°C (lagetemperatuurwarmtepomp)’.
Lagetemperatuurwarmtepompnee
Uitgerust met bijkomende warmteopwekkerja
Combi-warmtepompnee

Temperatuurstoename over de condensor

Deze temperatuurstoename moet alleen ingevuld worden als u het warmteafgiftemedium ‘water’ kiest. Voor warmtepompen die onder Ecodesign is dit het temperatuursverschil over de condensor bij de labo test waarbij de SGUEheat werd bepaald. Deze informatie kan u niet vinden op de technische fiche volgens Ecodesign. Dit temperatuursverschil ligt vast op basis van de temperatuurstoepassing:

  • 5°C als bij ‘Lagetemperatuurswarmtepomp’, ‘ja’ vermeld staan op de technische fiche volgens Ecodesign
  • 8°C als bij ‘Lagetemperatuurswarmtepomp’, ‘nee’ vermeld staan op de technische fiche volgens Ecodesign.

Vanaf softwareversie 9.5.1 wordt dit temperatuursverschil automatisch ingevuld door de software.

Reversibele warmtepompen

Er kunnen zich verschillende situaties voordoen:

  • Warmtepomptypes die standaard reversibel zijn en dus in koelmodus kunnen werken: u moet – onafhankelijk van de rest van de installatie – aangeven dat er ‘actieve koeling’ is.
  • Een warmtepomp die reversibel is, maar waar de koelmodus softwarematig of hardwarematig onmogelijk werd gemaakt: u moet ‘actieve koeling’ ingeven. Deze actie is immers eenvoudig omkeerbaar: de koelmodus kan weer ingeschakeld worden.
  • Als het reversibel zijn van de warmtepomp een productoptie is en deze optie niet werd voorzien in de warmtepomp: u moet geen actieve koeling ingeven.
  • Als de warmtepomp niet reversibel is en er geen andere koudeleveranciers aanwezig zijn: u mag aangeven dat er ‘geen actieve koeling’ is.

Bij warmtepompen die buitenlucht als warmtebron gebruiken kan er in de winter ijs gevormd worden in de buitenunit waardoor de warmte uit de buitenlucht niet meer voldoende kan opgenomen worden. Om deze reden is dit type warmtepomp vaak omkeerbaar om in de winter het gevormde ijs te kunnen ontdooien. Wanneer een warmtepomp met lucht als warmtebron omkeerbaar is alleen om een ontdooicyclus te laten lopen in de winter, moet deze niet als actieve koeling ingegeven worden. Hierbij mag het niet mogelijk zijn voor de gebruiker om de ontdooicyclus manueel aan te schakelen en zo toch de woning te koelen in de zomer.

Hulpenergie

Wanneer de warmtepomp aangesloten is op een afgiftesysteem op water, zijn er een of meerdere pompen nodig om het water rond te stuwen. Deze pompen moeten u inrekenen als .

De volgende pompen rekent u niet in:

  • bij warmtepompen met bodem, grondwater of oppervlaktewater als warmtebron: een pomp op het circuit naar de verdamper
  • bij warmtepompen met directe condensatie: er is geen intermediair transportmedium en bijgevolg geen hulpenergie nodig voor de warmteafgifte.

Datum waarop het toestel in de handel werd gebracht

Vanaf de datum waarop een Europese wetgeving omtrent Ecodesign ingaat, mag een fabrikant geen toestellen meer mag fabriceren en verkopen die niet voldoen aan deze Europese verordening. De fabrikant mag wel nog toestellen verkopen die hij nog op stock had op deze datum. Voor de datum waarop het toestel in de handel gebracht werd, neemt u dus de productiedatum van het toestel.

Toestel met apart opslagvat of externe warmtewisselaar

In de software moet u bij de invoer van een toestel voor warm tapwater aangeven of het toestel een apart opslagvat of een externe warmtewisselaar heeft. Welke mogelijkheden u hier kunt invoeren, vindt u bij opslag.