Gedaan met laden. U bevindt zich op: Circulatiepompen: rekenmethode - residentieel (voor bouwaanvragen van 01-03-2017 t.e.m. 31-12-2017) Circulatiepompen: rekenmethode - residentieel (huidig)

Circulatiepompen: rekenmethode - residentieel (voor bouwaanvragen van 01-03-2017 t.e.m. 31-12-2017)

Geldig voor bouwaanvragen van 01.03.2017 tot 31.12.2017 Bekijk tijdslijn

Deze pagina geeft meer uitleg over de rekenmethode voor de bepaling van het hulpenergieverbruik van circulatiepompen.

Formulestructuur

Het hulpenergieverbruik voor de distributie wordt berekend door het geïnstalleerd vermogen te vermenigvuldigen met de maandelijkse ‘aan-tijd’ voor elke pomp in de .

Vermogen

In het beste geval is een productwaarde gekend, en kunt u die gewoon overnemen. Er zijn 2 mogelijkheden:

  • natlopende circulatiepompen: PL,100% , uit Verordening (EU) n° 641/2009 (Ecodesign);
  • drooglopende circulatiepompen: het maximaal elektrisch vermogen dat de elektromotor kan opnemen bij continu bedrijf; bepaald volgens de norm NBN EN 60034-1 voor ‘duty type S1’.

Als de bovenstaande productwaarde niet gekend is, rekent de methode met een waarde bij ontstentenis. Deze is afhankelijk van het type distributie:

  • voor ruimteverwarming in functie van het volume van de
  • voor een of in functie van de lengte, warmteweerstand en omgevingstemperatuur van de leiding.

Aan-tijd

Voor pompen die zorgen voor warmtedistributie, wordt de aan-tijd bepaald in functie van:

  • de werkingstijd van de verwarmingsinstallatie (het ‘stookseizoen’);
  • de energie-efficiëntie index (EEI) uit de Ecodesign verordening;
  • de pompregeling (geen, aan/uit of andere regeling).

Pompen in een of worden verondersteld om permanent te werken.

Welke pompen inrekenen en welke niet?

Wel inrekenenNiet inrekenen

Elke pomp die zich in het verwarmingssysteem of een circulatieleiding/combilus bevindt.

Een pomp die zich in een thermisch zonne-energiesysteem bevindt: deze wordt immers forfaitair ingerekend in de methode voor thermische zonne-energie.
Circulatiepompen in reservestelling: ze zijn immers redundant voor het systeem.
Een pomp voor sanitair warm tapwater, die zich niet in een circulatieleiding/combilus bevindt: deze pompen worden immers niet (quasi) permanent gebuikt.

Voorbeeld: de pomp tussen de opwekker en het opslagvat die enkel werkt bij het opladen van het opslagsysteem.
Een pomp voor koeling: de voor de distributie bij koeling wordt immers ingerekend bij de bepaling van het equivalent maandelijks energieverbruik voor koeling.

Regelgeving