Gedaan met laden. U bevindt zich op: Installatie-eisen ketel: rekenvoorbeeld 1 Ketel: installatie-eisen (voor bouwaanvragen van 01/01/15 t.e.m 31/12/21)

Installatie-eisen ketel: rekenvoorbeeld 1

Geldig voor bouwaanvragen van 01.01.2015 tot 31.12.2021

Gegevens

Onderstaande grafiek toont een technische fiche van een condensatieketel:

  • die radiatoren voedt met warm water
  • opgesteld staat in het
  • niet kan of mag afkoelen tot de omgevingstemperatuur
  • met een aan/uit-kamerthermostaat.
Technische fiche van een condensatieketel
Type Solo

Rendement bij
deellast (30%) Hs/Hi

97,2/108 %97,2/108 %97,2/108 %97,2/108 %
Nominaal vermogen
verwarming
14 kW21 kW25 kW35 kW
Vermogen
opwarming boiler
16 kW23 kW28 kW35 kW

Vermogen
bereik bij G 20
80/60 °C

2,4 - 14,0 kW3,7 - 21,0 kW4,7 - 25,0 kW5,7 - 34,3 kW
Vermogen
bereik bij G 20
60/40 °C
2,4 - 14,4 kW3,8 - 21,6 kW4,8 -25,8 kW5,9 - 25,4 kW
Vermogen
bereik bij G 20
40/30 °C
2,6 - 15,2 kW4,0 - 22,8 kW5,1 - 27,2 kW6,2 - 37,3 kW
Hoogte/breedte/diepte
(mm)
800/480/385 mm800/480/385 mm800/480/385 mm800/480/450 mm
Gewicht35 kg35 kg36 kg46 kg
Aansluitingen
verwarming/water/gas
3/4”/15 mm/3/4”3/4”/15 mm/3/4”3/4”/15 mm/3/4”1”/15 mm/3/4”

Aansluitingen
rookgasafvoersysteem

60/100 mm60/100 mm60/100 mm80/125 mm

Formule en berekening installatierendement

We passen de volgende formule toe:

ηinst = fNCV/GCV . [η30% + 0,003 (θ30% - θave,boiler )] - fIOC - freg,burn - finsulation - freg - fhyd ≥ 0,84

Op zich is het behalen van de 84%-eis redelijk moeilijk, zelfs voor een condensatieketel. Het installatierendement van de condensatieketel in het voorbeeld bedraagt 81,7%.

ηinst = 0,9 * [ 1,08 + 0.003 * ( 30° - 50,5°)] - 0 - 0,05 - 0 - 0,05 - 0

Oplossingen

Bij een renovatie moet u kiezen voor een regeling met of een radiatorenverwarming met gekende retourtemperatuur.

Bij een niet-condenserende ketel moet een minder goed rendement gecompenseerd worden door:

  • goede leidingisolatie
  • inregelrapport (voor vermogens > 400 kW)
  • goede regeling

Opmerking: rendementsverlies

Aangezien we in bovenstaand voorbeeld geen waarde hebben van de ontwerpretourtemperatuur van het warmteafgiftesysteem zijn we verplicht om de waarden bij ontstentenis te gebruiken. In het geval van een radiatorenverwarming bedraagt deze ontwerpretourtemperatuur 70 °C.

Aangezien deze retourtemperatuur hoger is dan het dauwpunt van een condensatieketel zal er geen condensatie kunnen optreden in de ketel. Hierdoor gaat de condensatiewinst volledig verloren en zal de ketel op een lager rendement werken. Het is dus belangrijk om dit rendementsverlies te kunnen berekenen.

Dit wordt in de formule weergegeven door de term:

0,003 . (θ30% - θave,boiler ) en θave,boiler = 6,4 + 0,63 . θreturn,design

Door het toepassen van de retourtemperatuur van 70 °C zal de ketel 6,1% aan rendement verliezen. Het is dus belangrijk om over voldoende stavingstukken te beschikken. In dit stavingstuk moet duidelijk vermeld staan met welke ontwerpretourtemperatuur de installateur gerekend heeft.

Uiteraard is het zeer goed mogelijk dat de ketel wel kan afkoelen tot de omgevingstemperatuur. Daardoor zal het installatierendement met 5% toenemen en komen we wel aan de minimale waarde van 84%.