Gedaan met laden. U bevindt zich op: Rekenmethode: netto-energiebehoefte voor verwarming (voor bouwaanvragen van 01-01-14 t.e.m. 31-12-17) Rekenmethode: netto-energiebehoefte voor verwarming (huidig)

Rekenmethode: netto-energiebehoefte voor verwarming (voor bouwaanvragen van 01-01-14 t.e.m. 31-12-17)

Geldig voor bouwaanvragen van 01.01.2014 tot 31.12.2017 Bekijk tijdslijn

Voor nieuwbouwwoningen geldt een eis op de netto-energiebehoefte voor ruimteverwarming.

Berekening

De netto energiebehoefte voor ruimteverwarming wordt per voor alle maanden van het jaar berekend. Hiertoe worden de totale maandverliezen door en ventilatie bij een conventioneel vastgelegde temperatuur bepaald, evenals de totale maandwinsten door en bezonning. Met de benuttingsfactor voor de warmtewinsten wordt dan de maandelijkse energiebalans opgesteld.

Bepaal de maandelijkse netto energiebehoefte voor ruimteverwarming per met:

Is γheat,sec i,mDan…
groter of gelijk aan 2,5Qheat,net,sec i,m = 0
kleiner dan 2,5Qheat,net,sec i,m = QL,heat,sec i,m - ηutil,heat,sec i,m . Qg,heat,sec i,m (MJ)

met:

γheat,sec i,m

de verhouding tussen de maandelijkse warmtewinsten en de maandelijkse warmteverliezen van energiesector i.

Qheat,net,sec i,m

de maandelijkse netto energiebehoefte voor ruimteverwarming van energiesector i, in MJ.

QL,heat,sec i,m

het maandelijks warmteverlies door en ventilatie van energiesector i, in MJ.

ηutil,heat,sec i,m

de maandelijkse benuttingsfactor van de warmtewinsten van energiesector i.

Qg,heat,sec i,m

de maandelijkse door bezonning en interne warmteproductie in energiesector i.

Warmteverliezen

De warmteverliezen bestaan uit transmissieverliezen en ventilatieverliezen.

  • De transmissie- of geleidingsverliezen omvatten de verliezen via de scheidingsconstructies tussen het gebouw en de buitenomgeving, de aangrenzende onverwarmde ruimten en de bodem. De grootte ervan wordt bepaald door de isolerende kwaliteit van de gebruikte constructiedelen en de eventuele koudebruggen. Hoe beter het gebouw geïsoleerd is, hoe lager die verliezen zijn.
  • Ventilatieverliezen omvatten het warmteverlies dat gepaard gaat met basisventilatie, noodzakelijk voor een gezond binnenklimaat. Een vrij groot deel van dat verlies kan gerecupereerd worden met een mechanisch ventilatiesysteem met warmteterugwinning of door een ventilatiesysteem met vraagsturing. Via minder luchtdichte constructiedelen en minder luchtdichte detailaansluitingen treden onbewuste in- en exfiltratieverliezen op. Deze verliezen moeten zoveel mogelijk beperkt worden door luchtdichter te bouwen.

Warmtewinsten

Het aandeel van de warmtewinsten is meestal kleiner dan het aandeel van de verliezen, maar hun positieve bijdrage wordt wel meegerekend.

  • De nuttige zonnewinst is de passieve zonne-energie die het gebouw bereikt via de beglaasde oppervlakten en die de energiesector deels opwarmt. Het teveel aan passieve zonne-energie in de zomer wordt niet als nuttig beschouwd. Meestal leidt een dergelijk teveel tot het installeren van een koelsysteem met een hoog energieverbruik. In ons klimaat is het echter goed mogelijk een gebouw te ontwerpen waarbij geen actieve koeling nodig is.
  • De nuttige interne winst door de warmteafgifte van onder meer apparaten, verlichting en de bewoners zelf, wordt ingerekend als forfaitaire waarde afhankelijk van het volume van de energiesector.

Benuttingsfactor van de warmtewinsten

De benuttingsfactor van de warmtewinsten houdt rekening met de effectieve thermische massa van de constructie.