Gedaan met laden. U bevindt zich op: Voorbeeld bepaling COPtest (huidig) Rekenmethode ruimteverwarming (voor bouwaanvragen t.e.m. 31-12-2017)

Voorbeeld bepaling COPtest (huidig)

Geldig voor bouwaanvragen vanaf 01.01.2014 Bekijk tijdslijn

Hieronder wordt aan de hand van enkele voorbeelden toegelicht hoe u de COPtest kunt afleiden uit de capaciteitstabellen van het type warmtepomp (volgens NBN EN 14511). 

Principe

Deze voorbeelden kunnen u helpen om de methodiek beter te begrijpen en om te traceren of de opgegeven COPtest mag worden gebruikt voor uw project. Bij de voorbeelden wordt ook het afleiden van de andere invoerwaarden in de EPB-software, zoals de temperatuurstoename van het water over de condensor en het elektrische vermogen van de warmtepomp getoond.

Een capaciteitstabel van een warmtepomp die warmte langs de verdamperzijde toegeleverd krijgt met een vloeistof (water of antivriesfluïdum) en warmte afgeeft via water kan er bijvoorbeeld als volgt uit zien:

Voorbeeld 1 - grondwater-waterwarmtepomp

De testomstandigheden voor grondwater-waterwarmtepompen zijn als volgt (zie uittreksel hieronder):

bodem d.m.v. grondwaterWaterW10/W35

Bij grondwater-waterwarmtepompen wordt de intredetemperatuur van de verdamper vastgelegd op 10°C. In het kader van de EPB-berekeningen wordt de uittredetemperatuur van de condensor vastgelegd op 35°C. Om de COP te bepalen leest u het thermisch vermogen (TV) en elektrisch vermogen (EV) bij deze condities af uit de capaciteitstabel. De COP bepaalt u dan als TV/EV.

Uit de voorbeeld-capaciteitstabel (zie hieronder) is de COPtest = TV/EV = 29,10 kW/5,78 kW= 5,03

Bij een grondwater-waterwarmtepomp, moet u in de EPB-software naast de COPtest, ook de temperatuurstoename (van het water) over de condensor tijdens de COP-testmeting en het elektrisch vermogen van de warmtepomp volgens NBN EN 1451 bij dezelfde testomstandigheden als waarbij COPtest werd bepaald, invullen.

In dit voorbeeld is:

  • de temperatuurstoename over de condensor (= indoor heat exchanger) conform NBN EN 14511 is 5°C. Dit is het verschil tussen de Inlet en de Outlet temperature, namelijk 35°C - 30°C (zie onderstaande tabel uit de norm NBN EN 14511).
  • Het elektrisch vermogen leest u af uit de capaciteitstabel of vraagt u op bij de fabrikant. Dit vermogen moet bepaald worden onder dezelfde omstandigheden als de COPtest. In dit voorbeeld ken het elektrische vermogen dus afgelezen worden uit de capaciteitstabel en is het gelijk aan 5,78 kW. In de EPB-software vult u deze gegevens in zoals op de figuur.

Voorbeeld 2 - bodem-waterwarmtepomp met een intermediair horizontaal of verticaal captatienet in de bodem

De testomstandigheden voor bodem-waterwarmtepompen zijn als volgt (zie uittreksel hieronder).

bodem m.b.v. een intermediair hydraulisch circuitwaterB0/W35

Bij een bodem-waterwarmtepomp met een intermediair hydraulisch circuit wordt de intredetemperatuur van de verdamper als vastgelegd 0°C. In het kader van de EPB-berekeningen wordt de uittredetemperatuur van de condensor vastgelegd op 35°C.

Zoals in voorbeeld 1 zijn de invulwaarden voor de EPB-software af te leiden als volgt:

  • Uit de capaciteitstabel: COPtest = TV/EV = 22,44 kW/5,55 kW= 4,04:
  • De temperatuurstoename (van het water) over de condensor (= indoor heat exchanger) (conform NBN EN 14511-2:2008) is 5°C (= het verschil tussen de Inlet en de Outlet temperature, nl. 35°C - 30°C) (zie onderstaande tabel uit de norm NBN EN 14511)
  • Het elektrisch vermogen van de warmtepomp volgens NBN EN 14511 (volgens voorgeschreven testomstandigheden) is 5,55 kW.