Contacteer ons
Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA)
Geldig vanaf 01/06/2020
Welk EPC of welke EPC's moeten opgemaakt worden bij gebouwen met zowel een woongedeelte als een niet-residentieel gedeelte of een klein niet-residentieel deel en een deel industrie? Dit deel van de EPC-pedia wijst u de weg.
Voorbeelden:
A. In een eerste stap gaat u na of het om aparte eenheden gaat (zie stap 1).
B. Indien het gaat om 2 aparte gebouweenheden, dan kan u onder bepaalde voorwaarden de wooneenheid bij de niet-residentiële eenheid opnemen of omgekeerd (zie stappen 3-4-5).
Let op: gaat u de wooneenheid opnemen in de niet-residentiele eenheid, dan moet u de oppervlakte van de niet-residentiële eenheid aftoetsen aan de 500 m²-grens --> dus vóór het samennemen met de wooneenheid (zie stap 2).
C. Indien het niet gaat om 2 aparte gebouweenheden (vb. een appartement is enkel bereikbaar via een winkel), moet u verplicht één EPC opmaken. Het type EPC wordt bepaald door de hoofdbestemming op basis van de bruikbare vloeroppervlakte:
Let op: het is de oppervlakte van de totale eenheid (dus woongedeelte en niet-residentieel gedeelte samen) die wordt afgetoetst aan de 500 m²-grens om te weten of een EPC klein-niet residentieel moet opgemaakt worden.