Contacteer ons
Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA)
Het gebouwenregister is de authentieke gegevensbron van de Vlaamse overheid voor gebouwen en gebouweenheden.
De overstap naar het gebouwenregister was noodzakelijk, maar vraagt van de energiedeskundige een aanpassing van de manier van werken. Zo is een goede voorbereiding van het plaatsbezoek nodig.
Het is immers mogelijk dat er geen EPC kan opgemaakt worden als er aan een gebouwdeel, zoals een appartement boven een winkel, een studio op de zolderverdieping van een woning of een kantoor in een woning, geen gebouweenheid-ID/adres is toegekend in de energieprestatiedatank.
Vooraleer alles ter plaatse op te meten, is het dus aangeraden om eerst in de energieprestatiedatabank op te zoeken welke gebouweenheden aanwezig zijn en bij de opdrachtgever navraag te doen over het eigenlijke aantal aanwezige eenheden en hun gebruik.
Onderstaande werkwijzen kunnen hierbij een leidraad zijn.
Bereid uw plaatsbezoek grondig voor.
1. Vooraleer u ter plaatse uw inspectie uitvoert, vraagt u best voldoende informatie aan de opdrachtgever:
Voorbeeld:
Een woning met een zelfstandig functionerende praktijk, waar de praktijk geen eigen gebouweenheid-ID/adres heeft gekregen, omdat de woning vergund werd als woning met complementaire functie.
2. Kijk na in de energieprestatiedatabank of het aantal gebouweenheden en de koppeling met de adressen correct is.
3. Meld ontbrekende gegevens aan het VEKA.
U stuurt hiervoor een mail naar veka@vlaanderen.be, waarbij u aangeeft welke gegevens ontbreken.
Belangrijk:
Uw melding moet volledig zijn. Het is nodig om bij de melding een situatieschets of plan van elke verdieping mee te sturen waarop de circulatie (toegangen, interne circulatie) en voorzieningen (keuken, badkamer, toiletten) aangeduid zijn. Zo kunnen het VEKA en de gemeente nagaan of het effectief over aparte gebouweenheden gaat. Vermeld het adres in het onderwerp van uw melding voor een vlottere verwerking.
4. Uw melding wordt door VEKA vervolgens via een uniform platform toegewezen aan de verantwoordelijke stad of gemeente.
5. Het VEA laat u weten wat de beslissing van de gemeente is en hoeveel/welke EPC’s u moet opmaken.
1. Kijk na in de Energieprestatiedatabank of de opdeling in het aantal gebouwen correct is.
2. Als een contour van een gebouw op de kaart niet strookt met de werkelijke situatie of met wat verstaan wordt onder 'gebouw' moet worden bekeken in hoeverre de werkelijke situatie hiervan afwijkt en of het mogelijk is om het EPC van de gemeenschappelijke delen op te stellen voor het gebouw/de gebouwen zoals aangeduid op de kaart.
3. Is het niet mogelijk om het EPC GD op te maken, neem dan contact op met veka@vlaanderen.be.
Belangrijk:
Uw melding moet volledig zijn: schets de situatie en geef aan wat de werkelijke indeling is van de gebouwen. Bezorg een foto van de voorgevels van de gebouwen of een luchtfoto.
4. Het VEKA neemt dan op haar beurt contact op met de bevoegde instanties met de vraag de kaart aan te passen.
5. Eenmaal de aanpassingen in het gebouwenregister zijn uitgevoerd, ontvangt u van ons een melding en kan het EPC van de gemeenschappelijke delen opgemaakt worden.
Goed om weten:
De gemeenschappelijke delen (‘het gebouw’) hebben niet altijd een eigen adres. Soms hebben deze ook meerdere adressen (vb. meerdere huisnummers). Deze hebben echter wel altijd één uniek ID.
Mogelijke situaties:
Belangrijk:
U bezorgt bij uw melding een schets waarop aangeduid staat waar de eenheden zich bevinden, welke faciliteiten (keuken, badkamer, toilet) deze hebben en hoe de circulatie verloopt. Bezorg ook een foto van de voorgevel van het gebouw.
Voorbeelden: